Veel voorkomende aandoeningen
Mede door een goede medische verzorging worden niet alleen veel mensen, maar ook onze huisdieren steeds ouder. Iedere diersoort, dus ook de hond, heeft zo zijn eigen ouderdomskwalen. Gelukkig zijn veel daarvan behandelbaar, zeker als ze op tijd worden onderkend.
De hele grote, zware hondenrassen worden gemiddeld minder oud (vaak maximaal tien jaar) dan kleinere rassen (soms bijna 20 jaar). Bedenk wel dat deze lagere gemiddelde levensverwachting alleen telt voor de grote rassen als ze pup zijn. Dan is namelijk nog niet bekend of een hond met een erfelijke aandoening of problemen met de groei te maken krijgt. Op een nest van 10 honden bekort elke pup die vroeg dood gaat de gemiddelde levensverwachting van de andere 10 honden met 1 jaar.
Wij zien tegenwoordig regelmatig Retrievers en Ridgeback’s van 14 jaar in goede gezondheid.
Hieronder enkele vaak bij de oudere hond voorkomende aandoeningen met bijbehorende verschijnselen.
- Gebitsproblemen
Aangetaste kiezen of tanden en zichtbare tandsteen met daardoor ontstoken tandvlees kunnen leiden tot verschijnselen als uit de bek stinken, minder eetlust en het weigeren van warm of koud voer. Uiteindelijk kan de hond ook ziek worden van in de bek aanwezige infecties doordat deze zich naar bijvoorbeeld de nieren verspreiden. - Hartproblemen
Vooral door een slecht gebit kunnen bacteriën de bloedbaan binnendringen en de hartklep beschadigen. Een lekkende hartklep (mitralis insufficiëntie) is daarvan een vaak voorkomend probleem bij de oudere hond. Ook erfelijkheid speelt hierbij een rol. Kenmerkend zijn, naast af en toe een hoestje of kuchje, vooral een verminderd uithoudingsvermogen en moeilijkheden bij warm weer.
Bij hartproblemen voer met een beetje minder zout geven is een achterhaald idee. Alleen het drastisch verminderen van zout heeft enig effect maar wordt niet meer toegepast door de komst van moderne geneesmiddelen die zeer succesvol zijn, verlichting geven van de verschijnselen en het ziekteproces vertragen. Echo en röntgen geven een goed beeld van het stadium waarin het dier verkeert. - Artrose
Veel oudere honden krijgen in één of meerdere gewrichten last van artrose. Ondermeer overgewicht speelt daarbij een rol. Aangetoond is dat hierbij het verhoogde vetpercentage een belangrijkere factor is dan het te hoge gewicht op zich.
Er zijn tegenwoordig veel mogelijkheden om het welzijn van dieren met deze aandoening te verbeteren. Dit kan gedaan worden met special dieetvoer of door middel van nieuwe pijnstillers. - Incontinentie
Soms ontstaat bij gesteriliseerde teven op latere leeftijd incontinentie. Dit valt op door natte plekken in de mand en een vieze geur door het plakken van urine aan de vacht. Medicijnen kunnen helpen. Overigens kan ook een blaasontsteking vergelijkbare verschijnselen geven. - Prostaatproblemen
Niet-gecastreerde oudere reuen kunnen problemen met de prostaat krijgen. Deze aandoening is zelden kwaadaardig. Verschijnselen zijn onder andere moeite met plassen en verlies van wat bloed uit de penis. Medicijnen, al dan niet met chirurgische of hormonale castratie, kunnen uitkomst bieden. - Verlies van gezichtsvermogen
Bij de oudere hond komt vaak een vorm van cataract of staar voor. Oorzaak is een vertroebeling van de lens door een veranderde structuur. Het is een vrij normaal proces bij de oudere hond waar het dier meestal goed mee kan leven. Dit komt mede door zijn goede neus. Het verwijderen van de troebele lens en zelfs vervangen door een kunstlens is technisch mogelijk.De bijdrage in de kwaliteit van leven is bij de meeste honden echter beperkt. Naast deze vorm van ouderdomsstaar kan bij (jonge) honden staar ook wijzen op aandoeningen als suikerziekte. - Verlies van gehoorvermogen
Dit komt vaak bij oudere honden voor. Op zich is er weinig aan te doen. Wel moet worden opgelet dat dit verminderde gehoor niet wordt veroorzaakt door een eventuele oorontsteking en/of veel vuil in de uitwendige gehoorgang. - Omvallen, dronkenmansgang (ataxie)
Vooral oudere honden kunnen een acute aanval krijgen waarbij ze lopen alsof ze dronken zijn of soms zelfs omvallen en niet meer overeind kunnen komen. Vaak bewegen de ogen met een vaste regelmaat van links naar rechts, of van boven naar beneden in de oogkassen. De oorzaak is niet altijd bekend. Hoewel een ernstige afwijking niet geheel kan worden uitgesloten herstellen de meeste dieren met deze aandoening spontaan. Vaak treedt al binnen 24-48 uur verbetering op. Meer volledig herstel duurt vaak langer. Zie voor een uitgebreidere beschrijving ook de scheve kopstand. - Tumoren
Helaas komen tumoren bij de oudere hond frequent en in vele soorten en maten voor. Met een punctie in combinatie met goed microscopisch onderzoek is bij onze kliniek meestal ter plekke vast te stellen of het om een goedaardig proces of kwaadaardige tumor gaat. - Gedragsveranderingen en dementie
Hoewel het bestaan van dementie bij honden nog niet echt is bewezen, zijn er wel kenmerken waar te nemen die bij dementie passen. Dit is onder andere ander gedrag zich uitend in absenties, onrust, agressiviteit, incontinentie, desoriëntatie in tijd en plaats, zwerfgedrag, gestoord slaapgedrag en het verdwijnen van doelgericht gedrag. Hoewel er middelen zijn met een positief effect vraagt de aandoening vooral om een aangepaste manier van omgaan met dergelijke dieren. Ook is er een speciaal dieet ontwikkelt voor honden met dementie.
Veel van de hiervoor beschreven aandoeningen zullen door de bijbehorende verschijnselen tijdig worden onderkend. Een regelmatige controle van oudere dieren kan dan ook nuttig zijn. Met onderzoek naar eventueel al aanwezige maar nog niet duidelijk zichtbare afwijkingen in een vroeg stadium, neemt de kans op herstel of controle door behandeling toe. Daarnaast is voor veel aandoeningen ondersteuning mogelijk met voer van speciale samenstelling afgestemd op die aandoening.
Seniorvoer is commercieel gezien een groot succes maar niet altijd zinvol. Minder zout klinkt erg verantwoord maar heeft geen invloed op de gezondheid. Minder energie en eiwitten zijn lang niet altijd in het voordeel van de oudere hond. Aarzel niet hierover advies te vragen aan ons.
Lange nagels bij (oudere) honden
Lange nagels hoeven niet altijd geknipt te worden. Bij het ouder worden is het normaal dat de ondervoet wat doorzakt en dat de nagels wat minder kort afslijten. Daarnaast loopt de oudere hond mogelijk wat minder en vooral wat minder fanatiek. De nagel past zich aan doordat ook het leven verder doorloopt. Dit is goed te merken omdat met kort afknippen de nagel al begint te bloeden. Hoewel dit helemaal niet erg is en nauwelijks pijn doet, geeft het wel aan dat het knippen mogelijk niet nodig is.
Het (te kort) afknippen geeft de hond ook minder houvast. Dat is eigenlijk niet netjes omdat juist de oudere hond deze grip nodig heeft. De hond is wat stijver en heeft minder spierkracht en glijdt door te korte nagels makkelijker uit. Bij de oudere honden van met name de grotere rassen (herder, labrador) komt daarnaast veel ataxie voor als gevolg van een vernauwing van het wervelkanaal tussen de laatste rugwervel en het heiligbeen. Deze aandoening wordt wel lumbosacrale stenose genoemd. Bij deze aandoening aan de onderrug wordt door artrose, vergroeiingen en standsveranderingen het wervelkanaal nauwer, waardoor het zenuwstelsel van de achterhand klem komt te zitten en steeds minder goed functioneert. De hond krijgt dan een meer slepende gang waardoor de eigenaar de nagels hoort en ten onrechte kan denken dat de nagels te lang zijn. Nagels die écht te lang zijn, bloeden niet na het knippen. (zie ook veel voorkomende aandoeningen van de oude hond).
Andere redenen om nagels te knippen zijn scheefgroei, ongelijke slijtage of blijven hangen van de nagels. Het scheef slijten is weliswaar een gevolg van verkeerd doorlopen maar heeft wel tot gevolg dat de hond niet meer recht op zijn tenen staat. Verkeerde belasting van de tenen met artrose kan hiervan het gevolg zijn.
Indien echt nodig kan onder een roesje de nagel worden ingekort waarbij het “levende deel” wordt teruggebrand. Dit maakt het mogelijk om de nagel indien dit echt nodig is in te korten.